Liquidatiereserve vóór of na 31/12/2025? Wat u moet weten over de nieuwe meerwaardebelasting
Vanaf 2026 treedt er een belangrijke fiscale wijziging in werking: de invoering van een meerwaardebelasting op aandelen. Tegelijk blijft de liquidatiereserve een interessante manier om winst fiscaal vriendelijk te reserveren. Maar hoe spelen die twee precies samen? En wanneer keert u uw liquidatiereserve dan best uit, vóór of na 31 december 2025?
We leggen het kort en duidelijk uit.
Wat is een liquidatiereserve?
Een liquidatiereserve (LQ-reserve) laat kmo-vennootschappen toe om (een deel van) hun winst apart te zetten. Daarop betaalt de vennootschap bij aanleg 10% belasting, maar na vijf jaar kan dat bedrag uitgekeerd worden aan de aandeelhouders tegen een roerende voorheffing van slechts 5%.
Nieuw sinds 29 juli 2025: De wachttijd werd verkort van vijf naar drie jaar, al stijgt het tarief in dat geval licht naar 6,5%.
Meerwaardebelasting en het ‘fotomoment’
De aangekondigde meerwaardebelasting op aandelen geldt vanaf 1 januari 2026. Belangrijk daarbij is de waarde van uw aandelen op 31 december 2025, dat zogenaamde fotomoment bepaalt de startwaarde die later gebruikt wordt bij de berekening van de meerwaarde.
Hoe beïnvloeden ze elkaar?
Wie nog in 2025 een liquidatiereserve uitkeert, verlaagt het eigen vermogen van de vennootschap. Daardoor ligt de waarde op 31 december 2025 lager, en dat kan leiden tot een hogere belastbare meerwaarde bij een latere verkoop van de aandelen.
Voorbeeld:
- Waarde aandelen nu: €100.000
- Verkoopwaarde in 2029: €250.000 → meerwaarde €150.000
- Keert u in 2025 een LQ-reserve van €20.000 uit? Dan daalt de waarde op 31/12/2025 naar €80.000 → meerwaarde bij verkoop: €170.000.
Wat is nu verstandig?
Het juiste moment om uit te keren hangt af van uw type vennootschap en uw plannen op langere termijn.
Operationele vennootschap → Wachten met uitkeren is meestal fiscaal voordeliger. U houdt zo de waarde op 31 december 2025 hoog, waardoor de toekomstige meerwaardebelasting lager uitvalt. Bovendien kunt u na vijf jaar nog steeds genieten van het lagere tarief van 5%.
Management- of patrimoniumvennootschap → Hier ligt het anders. Deze vennootschappen worden zelden verkocht, maar vaak op het einde van de carrière vereffend. De waarde op het fotomoment is dus minder van belang. Bij een liquidatie kan de LQ-reserve zelfs tegen 0% roerende voorheffing uitgekeerd worden.
Ons advies
Overweegt u nog dit jaar een LQ-reserve uit te keren? Laat uw situatie eerst grondig bekijken. Een verkeerde timing kan een onverwachte belastingfactuur opleveren, terwijl een doordachte aanpak u later duizenden euro’s kan besparen.
Tip van Acco: wij denken graag met u mee. Neem contact op met uw dossierbeheerder om samen te bekijken wat fiscaal het meest interessant is voor uw vennootschap.
